Laatst bijgewerkt op 18 december 2023 door Fiverr Vijfrr
Onze dagelijkse bijbellezing vandaag komt uit het boek Esther 4: 1-17. Lees en wees gezegend.
Esther 4: 1-17:
ABONNEER NU
1 Toen Mordechai merkte dat alles was gedaan, scheurde Mordechai zijn kleren, trok een zak met as aan en ging midden in de stad naar buiten en huilde met een luide en bittere kreet; 2 En kwam zelfs vóór de poort van de koning: want niemand mocht de poort van de koning binnenkomen gekleed met een zak. 3 En in elke provincie, ongeacht waar het gebod van de koning en zijn gebod kwam, was er grote rouw onder de Joden, en vasten, en wenen en weeklagen; en velen lagen in een zak en as. 4 Zo kwamen de dienstmeisjes van Esther en haar kamerleden en vertelden het haar. Toen was de koningin buitengewoon bedroefd; en zij zond kleding om Mordechai te kleden en zijn zak van hem weg te nemen; maar hij ontving het niet. 5 Toen riep Esther voor Hatach, een van de kamerheer van de koning, die hij had aangewezen om haar bij te wonen, en gaf hem een bevel aan Mordechai om te weten wat het was en waarom het was. 6 Dus ging Hatach naar Mordechai naar de straat van de stad, die voor de poort van de koning was. 7 En Mordechai vertelde hem over alles wat hem was overkomen, en over de som van het geld dat Haman had beloofd aan de schatkist van de koning te betalen voor de Joden, om hen te vernietigen. 8 Ook gaf hij hem de kopie van het schrijven van het decreet dat in Susan werd gegeven om ze te vernietigen, aan Esther te tonen en aan haar te verklaren en haar te vragen dat zij naar de koning zou gaan om te maken smeekbede aan hem en om voor hem een verzoek om haar volk te doen. 9 En Hatach kwam en vertelde Esther de woorden van Mordechai. 10 Weer sprak Esther tot Hatach en gaf hem bevel aan Mordechai; 11 Alle dienaren van de koning en het volk van de provincies van de koning weten wel dat wie, of het nu man of vrouw is, naar de koning zal komen in het binnenste voorhof, die niet geroepen is, er een wet van hem is om hem aan te zetten dood, behalve diegenen tot wie de koning de gouden scepter zal uitsteken, opdat hij zal leven; maar ik ben niet geroepen om deze dertig dagen bij de koning binnen te komen. 12 En zij vertelden de woorden van Mordechai Esther. 13 Toen beval Mordechai Esther te antwoorden: Denk niet met uzelf dat u zult ontsnappen in het huis van de koning, meer dan alle Joden. 14 Want als u nu helemaal uw vrede bewaart, dan zal er uitbreiding en verlossing voor de Joden opkomen vanuit een andere plaats; maar u en het huis van uw vader zullen vernietigd worden; en wie weet of u voor zo'n tijd als dit naar het koninkrijk komt? 15 Toen beval Esther hen Mordechai dit antwoord terug te geven, 16 Ga heen, verzamel alle Joden die aanwezig zijn in Susan, en vast voor mij, en eet noch drink drie dagen, nacht of dag: Ik ook en mijn meisjes zullen eveneens vasten ; en zo zal ik ingaan tot de koning, die niet volgens de wet is: en als ik verga, sterf ik. 17 Dus ging Mordechai zijn weg en deed naar alles wat Esther hem geboden had.
ABONNEER NU