Dagelijkse Bijbellezing vandaag 18 oktober 2018

Laatst bijgewerkt op 18 december 2023 door Fiverr Vijfrr

Onze dagelijkse bijbellezing vandaag is ontleend aan het boek 2 Chronicles 1: 1-17 en 2 Chronicles 2: 1-18. Deze bijbelverzen spreken over de komst van koning Solomons als koning van Isreal. Koning Salomo was de laatste koning die regeerde over het bijbelse verenigde isreal.
2 Kronieken 1: Vertelt ons hoe de jonge koning Salomo zijn leiderschap begon door God te erkennen door duizend brandoffers voor de Heer te offeren. Er valt hier een belangrijke les te leren: hoe we onze dag beginnen, is belangrijk, we moeten leren om onze dag bij God te beginnen. Als God de weg wijst, ziet hij de overwinning alleen midden in de storm. Ten tweede vroeg Salomo de Heer om wijsheid, om te regeren en om zijn volk op de juiste manier te leiden. Wijsheid is het belangrijkste, het verkrijgen van wijsheid is het fundament voor succes. Hij vroeg niet om rijkdom of de dood van zijn vijanden, maar in plaats daarvan vroeg hij om wijsheid, geen wonder dat hij de rijkste koning was die regeerde, is echt. Wat vraag je vandaag van de Heer? Het is belangrijk dat u dit weet, de wijsheid van God is alles wat u nodig heeft. Verkrijg wijsheid, verkrijg begrip en u zult er voordeel uit halen.

De tweede bijbel die vandaag wordt gelezen, komt uit het boek 2 Kronieken 2: 1-18. We zien de prestaties van de wijsheid van koning Salomo, wijsheid geeft ons richting, wijsheid geeft ons uitmuntendheid en wijsheid helpt ons kennis te beheersen. Ik bid dat als u deze bijbellezing vandaag bestudeert, de wijsheid van God op u rust in Jezus naam. Lees en wees gezegend.

2 Kronieken1: 1-17:

1 En Salomo, de zoon van David, werd versterkt in zijn koninkrijk, en de Heer, zijn God, was met hem en maakte hem buitengewoon groot. 2 Toen sprak Salomo tot gans Israel, tot de hoofdmannen van duizenden en honderden, en tot de rechters, en tot alle gouverneurs in geheel Israel, de hoofden der vaderen. 3 Zo gingen Salomo en de hele gemeente met hem naar de hoge plaats die in Gibeon was; want er was de tabernakel van de gemeente van God, die Mozes, de dienaar van de Heer, in de woestijn had gemaakt. 4 Maar de ark van God had David uit Kirjath-jearim opgevoerd naar de plaats, die David daarvoor had voorbereid: want hij had er een tent voor opgezet in Jeruzalem. 5 Bovendien had hij het koperen altaar, dat Bezaleel, de zoon van Uri, de zoon van Hur, had gemaakt voor de tabernakel des Heren: en Salomo en de gemeente zochten ernaar. 6 En Salomo ging op naar het koperen altaar voor het aangezicht des Heren, dat in de tabernakel van de gemeente was, en bood daarop duizend brandoffers aan. 7 In die nacht verscheen God aan Salomo en zei tegen hem: Vraag wat ik u zal geven. 8 En Salomo zei tot God: Gij hebt mijn barmhartige David barmhartig gemaakt en mij in zijn plaats laten regeren. 9 Nu, o Heer God, laat uw belofte aan David, mijn vader, worden gevestigd; want u hebt mij koning gemaakt over een volk als het stof der aarde in menigte. 10 Geef mij nu wijsheid en kennis, opdat ik uitga en inga voor dit volk; want wie kan dit oordelen uw volk, dat is zo groot? 11 En God zei tot Salomo: Omdat dit in uw hart was en u geen rijkdom, rijkdom of eer hebt gevraagd, noch het leven van uw vijanden, noch een lang leven hebt gevraagd; maar u hebt wijsheid en kennis voor uzelf gevraagd, opdat u mijn volk kunt oordelen, over wie ik u tot koning heb gemaakt: 12 Wijsheid en kennis is u verleend; en ik zal u rijkdom, en rijkdom en eer geven, zoals niemand van de koningen die vóór u is geweest, noch zal er iemand zijn die u nazit. 13 Toen kwam Salomo van zijn reis naar de hoge plaats, die te Gibeon naar Jeruzalem was, van voor de tabernakel van de gemeente, en regeerde over Israël. 14 En Salomo verzamelde strijdwagens en ruiters; en hij had duizend en vierhonderd strijdwagens en twaalfduizend ruiters, die hij in de wagensteden en met de koning in Jeruzalem plaatste. 15 En de koning maakte zilver en goud in Jeruzalem zo overvloedig als stenen, en cederbomen maakte hij als de gewone bomen die in overvloed in het dal zijn. 16 En Salomo liet paarden uit Egypte voeren en linnen garen: de kooplieden van de koning ontvingen het linnen garen tegen een prijs. 17 En zij haalden op, en brachten uit Egypte een wagen voort voor zeshonderd sikkelen zilver, en een paard voor honderdvijftig; en zo brachten zij paarden uit voor alle koningen van de Hethieten en voor de koningen van Syrië , met hun middelen.

2 Kronieken 2: 1-18:

1 En Salomo besloot een huis te bouwen voor de naam van de Heer en een huis voor zijn koninkrijk. 2 En Salomo vertelde zestig en tienduizend mannen om lasten te dragen, en vier duizend om te houwen op de berg, en drie duizend en zeshonderd om hen te overzien. 3 En Salomo zond tot Huram, de koning van Tyrus, zeggende: Zoals gij hebt gedaan met mijn vader David, en hem ceders hebt gestuurd om hem een ​​huis te bouwen om daarin te wonen, zo handelt ook met mij. 4 Zie, ik bouw een huis voor de naam van de Heer, mijn God, om het aan hem op te dragen en voor hem zoete wierook te branden, en voor het voortdurende toonbrood, en voor het brandoffer 's morgens en' s avonds, op de sabbatten, en op de nieuwe manen en op de plechtige feesten van de Heer, onze God. Dit is voor altijd een verordening voor Israël. 5 En het huis dat ik bouw is groot: want groot is onze God boven alle goden. 6 Maar wie kan hem een ​​huis bouwen, omdat hij de hemel en de hemel der hemelen niet kan bevatten? wie ben ik dan, dat ik hem een ​​huis zou bouwen, behalve om het offer voor hem te verbranden? 7 Zend mij nu een man die sluw werkt in goud, en in zilver, en in koper, en in ijzer, en in paars, en karmozijnrood en blauw, en dat kan bekwaam zijn om te graven met de sluwe mannen die bij mij zijn in Juda en in Jeruzalem, die mijn vader David voorzag. 8 Zend mij ook cederbomen, dennen en algenbomen, uit Libanon; want ik weet dat uw dienstknechten bekwaam zijn hout te hakken in Libanon; en zie, mijn knechten zullen bij uw knechten zijn, 9 Zelfs om mij hout in overvloed te bereiden: want het huis dat ik ga bouwen zal geweldig groot zijn. 10 En zie, ik zal aan uw dienaren, de houwers die hout hakken, twintig duizend maten geslagen tarwe en twintig duizend maten gerst, en twintig duizend baden wijn en twintig duizend baden olie geven. 11 Toen antwoordde Huram, de koning van Tyrus, schriftelijk, die hij naar Salomo zond: Omdat de Heer zijn volk heeft liefgehad, heeft hij u tot koning over hen gemaakt. 12 Huram zei bovendien: Gezegend zij de Heer, de God van Israël, die hemel en aarde heeft gemaakt, die de koning een wijze zoon heeft gegeven, begiftigd met voorzichtigheid en begrip, die een huis voor de Heer zou kunnen bouwen, en een huis voor zijn koninkrijk. 13 En nu heb ik een sluwe man gestuurd, begiftigd met begrip, van Huram, mijn vader, 14 De zoon van een vrouw van de dochters van Dan, en zijn vader was een man van Tyrus, bekwaam om te werken in goud en in zilver, in messing, in ijzer, in steen en in hout, in paars, in blauw en in fijn linnen en in karmozijnrood; ook om elke manier van graven te begraven, en om elk hulpmiddel te ontdekken dat hem zal worden gesteld, met uw sluwe mannen en met de sluwe mannen van mijn heer David, uw vader. 15 Nu dan, de tarwe, en de gerst, de olie en de wijn, waarover mijn heer gesproken heeft, laat hij zijn dienaren sturen: 16 En wij zullen hout uit Libanon kappen, zoveel als u nodig zult hebben: en wij zal het u brengen in flotes over zee naar Joppa; en gij zult het naar Jeruzalem dragen. 17 En Salomo telde alle vreemdelingen die in het land Israël waren, naar de nummering waarmee zijn vader David hen had geteld; en zij werden gevonden honderdvijftig duizend en drie duizend en zeshonderd.

Dagelijkse gebeden:

Vader, ik dank u voor uw woord vanmorgen, ik zegen uw naam voor het geven van mij uw volledige wijsheid in Christus Jezus. Ik verklaar daarom dat ik een nieuwe schepping ben en ik loop in bovennatuurlijke wijsheid. Christus is mij wijsheid gemaakt. Bedankt vader voor dit geschenk. Aan u alleen al de glorie in Jezus naam.

Dagelijkse bekentenis:

Ik verklaar dat ik de geest van Christus heb
Ik verklaar dat ik in de wijsheid van God wandel
Ik verklaar dat ik een gezonde geest heb
Ik verklaar dat ik bovennatuurlijk begrip heb in alle dingen
Ik verklaar dat de wijsheid van God in mij me naar grotere hoogten zal brengen in Jezus naam.